Ga naar de inhoud

De bijdrage van Nederland aan de codificatie van het moderne humanitaire recht 1800 – 1914

39,50

Proefschrift over de twee vredesconferenties in Den Haag in 1899 en 1907, over de ontwikkeling van het oorlogsrecht.

Extra informatie

Auteur

D.J.H.N. den Beer Poortugael

Verschenen

2009

ISBN

978 90 809601 3 8

Onderwerp:

Beschrijving

Technologische uitvindingen in de tweede helft van de negentiende eeuw leidden tot geavanceerdere wapens en hevigere oorlogen. Tegelijkertijd zorgden uitvindingen als de fotografie en de telegraaf ervoor dat oorlogscorrespondenten snel en met beelden verslag konden uitbrengen in de krant en steeds meer mensen de gruwelen van het slagveld met eigen ogen konden waarnemen. Internationaal groeide het verlangen oorlog te voorkomen dan wel de gevolgen daarvan te beperken. Zo ontstond in 1864 de eerste Conventie van Geneve waarin de basis werd gelegd voor het huidige oorlogsrecht. Later volgden meer conferenties, met een steeds groeiend aantal deelnemende landen, waaronder de beroemde bijeenkomsten in Den Haag in 1899 en 1907. Daarmee zette Nederland zich internationaal op de kaart als land van vrede en recht. In zijn proefschrift De bijdrage van Nederland aan de codificatie van het moderne humanitaire recht 1800 – 1914 schetst D.J.H.N. den Beer Poortugael (1925-2008) de ontwikkeling van het oorlogsrecht. Uitvoerig komt aan de orde hoe de belangstelling voor het vastleggen van regels voor oorlogsvoering zich ontwikkelt, hoe landen reageren op initiatieven voor vredesconferenties, hoe belangen van grote landen zoals Duitsland niet overeenkomen met die van kleine landen zoals Nederland en hoe de conferenties verlopen. Een belangrijke deelnemer aan een groot aantal negentiende-eeuwse conferenties is J.C.C. den Beer Poortugael (1832-1913), oudoom van de auteur, oud-minister van Oorlog, luitenant-generaal en door de vredesbeweging omarmd als pacifist. Het proefschrift werd begin 2008 goedgekeurd door de promotiecommissie van de Universiteit van Utrecht. De auteur overleed echter voor de openbare verdediging. In samenwerking met de promotor, prof. dr. C.G. Roelofsen, bijzonder hoogleraar geschiedenis van het internationaal recht aan de Universiteit Utrecht, hebben zijn kinderen zijn werk alsnog uitgegeven. Het boek is zeker geen droge juridische verhandeling maar een levendig beschreven onderzoek van een hoofdstuk in de vaderlandse geschiedenis en is toegankelijk voor iedereen met belangstelling voor (militaire) historie.